Openhouden van bruggen

Door de oranje of paarse gronddoeken, uit de gronddoekenset, boven op het voertuig te leggen, werd aangeven waar zich de Voorste Lijn Eigen Troepen (VLET) bevond. De gevraagde luchtsteun kon geleverd worden door gevechtsvliegtuigen van onze eigen Koninklijke Luchtmacht, toentertijd de Northrop NF5, de F104 Starfighter of later de F16, of door jagers van bevriende mogendheden. Vooral de inzet van de US A10 Warthog Thunderbolt, het zogenaamde “vliegende kruis” maakte op oefeningen altijd indruk. Met zijn vuurmogelijkheden, zijn enorme hoeveelheid bewapening en zijn bewegelijkheid en bepantsering werd dit type ook wel de vliegende tank of tankkiller genoemd. Tijdens de talrijke oefeningen werd ook het openhouden van bruggen beoefend. De commandant, meestal een wachtmeester, kreeg dan papieren in 3-voud overhandigd die waren ondertekend door een hogere bevoegde commandant. Bij een voorwaartse doorschrijding of een terugtocht van eigen troepen kon door die bevelvoerende eenheidscommandant eventueel opdracht worden gegeven de brug op te blazen. Hij moest dan wel beschikken over een duplicaat van de al eerder verstrekte papieren aan de commandant die belast was met het openhouden van de brug. Zo kwam het tijdens oefening wel eens tot een verhitte discussie omdat de commandant van zo’n terugtrekkende eenheid, niet beschikte over de benodigde papieren. Het resultaat was dan dat de al ondermijnde brug niet werd gesprongen. Een gesprongen brug werd bij oefeningen voorzien van een rood kruis, niet hinderlijk voor het burgerverkeer. Gevechtsondersteuning ging verder dan alleen luchtsteun, ook genie-eenheden werden vaak onder bevel gesteld. Onze tirailleurs waren prima in staat om een brug te ondermijnen of om met springmiddelen een hindernis op te werpen of een verhakking te maken. Maar bij grotere objecten of oppervlaktes kon men geniesteun goed gebruiken. Overigens ook bij het opsporen en vernietigen van vijandelijke mijnen en valstrikken. Ook heden ten dage is het de genie die bij operaties de zogenaamde IED’s of bermbommen buiten werking stelt. De genie is nu nog steeds bij uitstek de eenheid die zorgt dat verplaatsing van eigen troepen mogelijk wordt of dat de vijand die mobiliteit wordt ontzegd. Om verplaatsingen te kunnen waarborgen werd vaak een brugleggende tank onder bevel gesteld en ook ingezet. Ook al waren onze voertuigen vanaf de invoering van de M113 amfibisch, niet alle watertjes leenden zich voor een amfibische operatie. Het kunnen leggen van een brug met een effectieve lengte van 22 meter, op een plaats waar de vijand het niet verwachtte, kon soms het verschil maken tussen winnen of verliezen. Ook de mogelijkheid om zo een terugtochtweg te kunnen garanderen gaf ook weer een extra voordeel. 13

15 Online Touch Openhouden van bruggen Home


You need flash player to view this online publication